Yvonne Coldeweijer openhartig over haar juice-imperium

Yvonne Coldeweijer openhartig over haar juice-imperium

De ongekroonde roddelkoningin Yvonne Coldeweijer begon niet zo lang geleden met het delen van juice over Bekende Nederlanders. Binnen no time kreeg ze een half miljoen volgers op haar Instagram-account Life of Yvonne, lanceerde ze een abonnementsmodel voor extra juice en leverde ze scoop na scoop over haar belangrijkste doelwit: de hypocriete familieman.

Maar met dat succes komt een grote verantwoordelijkheid waar Yvonne op een pijnlijke manier moest komen. Ze deelde informatie over de mensen die zich in de Apple Store in Amsterdam verstopten voor de gijzelnemer, waarmee ze die mensen potentieel in levensgevaar bracht.

Yvonne vertelt in dit gesprek openhartig over haar businessmodel, waar haar allergie voor hypocrisie vandaan komt en twijfelt openlijk over de houdbaarheid van haar werk nu andere media haar roddels klakkeloos overnemen. ‘Ik zou bijna willen zeggen: neem mij alsjeblieft met een korreltje zout.’

Podimo

Dit is het allerlaatste interview voor we definitief naar Podimo verhuizen. Wil je toegang tot alle komende POM-afleveringen en wil je horen wat Alexander en Ernst-Jan van het interview met Yvonne vonden? Krijg de eerste zes maanden gratis toegang tot Podimo via podimo.nl/pom

👉 De Podimo-app helpen verbeteren? Laat weten wat je graag anders wil zien via deze survey.

POM Uncut: Nabespreking Yvonne

Na afloop van de opnames bespreken Alexander, Ernst-Jan en Bianca het interview met Yvonne na. Wat viel ze op? Wat had beter gekund? Alexander geeft toe dat hij nu een klein beetje verliefd is op Yvonne.

Daarna beantwoorden ze alle vragen die jullie ons hebben gesteld over de middelbare schooltijd. Over roddels, inspirerende leraren en wat Alexander en Ernst-Jan aan een Havo 4 klas zouden vertellen.

💜 Deze aflevering kun je via Podimo luisteren. Word hier lid!

POM Live!

17 mei staan we in de Rode Hoed in Amsterdam met een line-up waar we heel trots op zijn. Janine Abbring en Jeroen Wollaars geven een masterclass interviewen, Arjen Lubach en zijn broer Joost Lubach geven een lezing over internetnostalgie en we interviewen auteur Oliver Burkemann van het boek 4000 weeks.

Kaarten zijn helaas niet meer verkrijgbaar want het is al stijf uitverkocht.

Shownotes

🧃 Als je het nog niet deed: volg Life of Yvonne hier

👩‍🎤 Yvonne als kindidool Keet!

👑 Yvonne als Glinda in de musical Wicked

🎧 Luister hier naar de podcast van BNR met Alexander

Lees hier het interview met Yvonne

ERNST-JAN PFAUTH: Yvonne, als je aan een kind moet uitleggen wat je doet, wat zeg je dan?

YVONNE COLDEWEIJER: Aan een kind? Eh… Ik vertel alle geheimpjes door van mensen die bekend zijn, die op tv zijn.

ERNST-JAN PFAUTH: En als het kind dan vraagt: ‘Waarom doet u dat?’ Het is een heel net opgevoed kind.

YVONNE COLDEWEIJER: Omdat alle mensen dat heel leuk vinden.

ERNST-JAN PFAUTH: Oké, best wel een eenvoudige uitleg eigenlijk. Alle geheimpjes van bekende mensen moet je dan erbij zeggen toch. Je maakt wel een soort onderscheid.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja, het onderscheid is of je bekend bent of niet. Nou, je hebt natuurlijk gradaties in bekendheid. Ik doe meestal wel de A-sterren en het accent ligt op de family man.

ERNST-JAN PFAUTH: Het accent ligt op de family man.

ALEXANDER KLÖPPING: Grappig.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja, een beetje de schijnheilige… Het kan ook een vrouw zijn de schijnheilige… Dus de Gooische moeders.

ALEXANDER KLÖPPING: Maar met family man bedoel je: Het lijkt een mooi verhaal maar stiekem op de achtergrond…

ERNST-JAN PFAUTH: Waarom spreekt je dat zo aan?

YVONNE COLDEWEIJER: Dat is juicy hè. Dat is… de geheimen die zo’n persoon heeft zijn natuurlijk interessanter dan een Temptation Island deelnemer.

ALEXANDER KLÖPPING: Waarom is dat? Ik bedoel, ik voel het ook, maar ik kan niet zo goed uitleggen waarom eigenlijk.

YVONNE COLDEWEIJER: Eh… Schijnheiligheid, hypocrisie.

ALEXANDER KLÖPPING: Bij een Temptation Island deelnemer is de pretentie gewoon minder groot.

YVONNE COLDEWEIJER: Precies.

ERNST-JAN PFAUTH: Een beetje als een VVD-politicus.

ALEXANDER KLÖPPING: Die hebben geen pretenties. Terwijl een CDA-politicus, of een D66-politicus, laten we dat als voorbeeld nemen…

ERNST-JAN PFAUTH: Lekker actueel voorbeeld.

YVONNE COLDEWEIJER: Nee, niet mee eens. Alle politici vallen onder family man.

ERNST-JAN PFAUTH: Oké, maar dus dat gecultiveerde beeld van een family man, dat je je dus voor doet alsof je een hele brave borst bent, maar in de werkelijkheid doe je allemaal erge dingen. En je zegt ‘dat vind ik interessant, dat is juicy’, zit daar ook een soort moralistisch aspect aan?

YVONNE COLDEWEIJER: Ik denk het wel.

ERNST-JAN PFAUTH: Vertel eens.

YVONNE COLDEWEIJER: Dat is niet zo bedacht van tevoren bij mezelf. Toen ik begon dacht ik niet van ‘goh…’, maar naderhand, toen ik een tijdje bezig was dacht ik wel van ‘goh, volgens mij, wat probeer ik hier precies te doen eigenlijk?’.

ERNST-JAN PFAUTH: Je kwam erachter ‘ik sla behoorlijk aan die family man’.

ALEXANDER KLÖPPING: Ken je zo iemand uit je jeugd? Wat is de reden waarom het je zo triggert?

YVONNE COLDEWEIJER: We gaan gelijk de diepte in. Ik zit hier bij Dr. Phil op de stoel.

ERNST-JAN PFAUTH: Je zit ook echt op zo’n bank.

YVONNE COLDEWEIJER: Nou ik heb wel… Nou… in dat opzicht niet. Maar ik heb wel natuurlijk wat dingen in mijn persoonlijke leven, ik heb wel wat relaties gehad waarbij ik ben geschrokken van ‘wow, oké, dat was iets heel anders dan wat ik dacht.’

ALEXANDER KLÖPPING: Maar dat mensen schijnheilig waren?

YVONNE COLDEWEIJER: Maar dat schijnheilige, nee. Dat komt meer uit mijn ervaring met de showbizz eigenlijk. Tien jaar geleden ben ik begonnen als kinderidool, zal maar zeggen, bij Telekids. En kwam ik als twintigjarig meisje… Tien jaar geleden was ik niet twintig.

ERNST-JAN PFAUTH: Vierentwintig.

YVONNE COLDEWEIJER: Nee ik was drieëntwintig toen ik bij Telekids kwam. En ja, mijn droom kwam uit daar. En toen kwam ik dus in de showbizz terecht.

ALEXANDER KLÖPPING: Wat was de droom?

YVONNE COLDEWEIJER: De droom was dansen, zingen en acteren. En de showbizz is natuurlijk ‘wow, nu word ik beroemd’ ofzo. Dat is een beeld van als je jong bent, dat is natuurlijk supergaaf. Tot ik het werd, en toen dacht ik ‘oh, doen we dat zo?’. Dat was even wennen.

ERNST-JAN PFAUTH: Kan je een voorbeeld noemen van dat je dacht ‘oh, doen we dat zo?’. Waar merkte je dat aan?

YVONNE COLDEWEIJER: Nou het mooie eraan vond ik wel dat ik meteen werd meegenomen in een spraakmakende setting. Dus ik kreeg een joint-venture contract. Je moet zo’n meisje eigenlijk gewoon loondienst geven en gewoon lekker laten huppelen.

ALEXANDER KLÖPPING: Wat is dat een joint-venture contract?

YVONNE COLDEWEIJER: Ik kreeg een contract tussen Talpa, RTL en mijzelf.  En het was eigenlijk heel cool want ik kon op die manier mee verdienen in het model van Keet!. Ik was destijds de merknaam Keet!, dat was eraan gekoppeld. Dat was dan het gezicht van Telekids en dan mocht ik albums opnemen, liedjes zingen, optreden door het hele land. Ik was het gezicht van de zender en zij hadden zoiets van ‘we gaan daar samen aan bouwen’ en dat vond ik wel heel gaaf.

ALEXANDER KLÖPPING: Gelijk vanaf het begin? Waarom hadden ze je niet in loondienst aangenomen en je gewoon voor hun karretje gespannen van ‘laat haar optreden en dan verdienen wij’?

YVONNE COLDEWEIJER: Gelijk vanaf het begin. Nee, dat weet ik niet. Misschien omdat ik, ik kwam eigenlijk via-via bij de auditie terecht omdat ik een relatie had met een jongen die al bij het platenlabel was aangesloten dus ik was al wel gewend om een beetje in dat backstage, ja hoe zeg je dat? In het corporate deel van de muziekwereld mee te kijken. Misschien dat ze daarom eh…?

ERNST-JAN PFAUTH: Je werd dus gecast als groot talent, en ze wilden als Keet! een merk van jou maken en toen kreeg je een joint-venture contract, wat goed klinkt omdat je dan mee kan verdienen maar waarom vond je dan toch van ‘dat moet je niet aan zo’n meisje geven’?

En dan werd er gesproken over ‘die heeft het met die gedaan, haha’, en dat ik dacht: ‘Maar die is getrouwd!’

Yvonne Coldeweijer

YVONNE COLDEWEIJER: Ik had dat persoonlijk niet gedaan, want nu werd ik helemaal in het zakelijke aspect meegetrokken en kon ik alles zien en dacht ik ineens ‘tien procent van wat gaat waar heen?’, snap je?

ERNST-JAN PFAUTH: Je vond het geen eerlijk contract.

YVONNE COLDEWEIJER: Nee ik dacht van… Ik werd gedwongen om dat contract te begrijpen natuurlijk dus ik had een advocaat ernaar laten kijken en dan ga je ineens allemaal vragen stellen van ‘overhead tien procent naar het management? Hm? Maar het management hoort toch eigenlijk aan mijn kant te staan? Waarom zit hij in het verdienmodel erin? Gek.’ Dus dan krijg je dat soort vragen allemaal en voor je het weet zit je erin, word je helemaal opgeslurpt in een nieuwe wereld.

ALEXANDER KLÖPPING: Hoe is dit een voorbeeld van wat je verachtelijk vindt aan die wereld?

YVONNE COLDEWEIJER: Je gaat ook meetings in over zakelijke beslissingen en je ziet gewoon hoe het werkt, je krijgt het mee.

ALEXANDER KLÖPPING: En?

YVONNE COLDEWEIJER: En je denkt ‘wow’. Er wordt ook een hele hoop… Als je een meeting hebt bij RTL gaat het drie kwartier over privé dingen en een kwartiertje over hoe nog even iets gaan afspreken.

ERNST-JAN PFAUTH: Drie kwartier over roddels ofzo?

YVONNE COLDEWEIJER: Drie kwartier over eh ja… hoe ga ik dat zeggen?

ALEXANDER KLÖPPING: Over jou?

YVONNE COLDEWEIJER: Nee! Nee.

ALEXANDER KLÖPPING: Over anderen?

YVONNE COLDEWEIJER: Het ene poppetje komt met het andere poppetje samen en die gaan dan overleggen van over wat er in het Gooi was gebeurd afgelopen weekend.

ERNST-JAN PFAUTH: Eigenlijk wat jij nu in je stories plaatst gebeurde daar in de board room.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja, ja.

ERNST-JAN PFAUTH: En had je ook een soort van het gevoel dat je dan gebruikt werd ofzo? Zo’n jonge ster?

YVONNE COLDEWEIJER: Nee hoor, want ik voelde me wel gerespecteerd omdat ik in het contract ook werd meegenomen.

ALEXANDER KLÖPPING: Had je de neiging om mee te doen met dat toneelstuk wat zich voor jou afspeelde?

YVONNE COLDEWEIJER: Ik wist helemaal niet over wie ze het hadden. Maar ik keek mijn ogen uit. Ik zat wel met mijn oren te klapperen.

ALEXANDER KLÖPPING: Je dacht wel van ‘dit is raar’.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja van ‘wow, ons kent ons heel erg’. Dat is natuurlijk overal wel een beetje zo. Maar heel erg… Ik heb dit eigenlijk nog nooit verteld aan mensen dus ik zit een beetje te zoeken naar woorden. Maar het werd gewoon vrij duidelijk hoe het gewoon werkt zeg maar, in dat wereldje.

ALEXANDER KLÖPPING: Namelijk?

YVONNE COLDEWEIJER: Namelijk… de vriendjespolitiek, corruptie enigszins. Ga me geen voorbeeld vragen, maar…

ALEXANDER KLÖPPING: Het was duidelijk dat mensen elkaar dingen gunden en dat het helemaal afhankelijk was van dat informele wereldje.

YVONNE COLDEWEIJER: Exact. En dan werd er gesproken over ‘die heeft het met die gedaan, haha’, en dat ik dacht: ‘Maar die is getrouwd!’, weetje, heel naïef eigenlijk. En ja, toen werd ik wel door de wol geverfd een beetje.

ERNST-JAN PFAUTH: Herkende je toen ook dat het daar eigenlijk gerund wordt door de family man waar je het over had?

YVONNE COLDEWEIJER: Door dat soort mensen, ja.

ERNST-JAN PFAUTH: De hypocriete family man.

YVONNE COLDEWEIJER: Exact. En ook gewoon, een heel klein voorbeeldje maar voor mij heel groot: Ik ging dan een videoclip opnemen voor Telekids, en dan had ik een liedje geschreven en dat heette ‘Doggy, mijn hondje’, het ging over mijn hond. En dan gaan we een wedstrijd uitzetten bij Telekids en dan mogen alle kinderen die een hond hebben zich opgeven. En dan dacht ik ‘wow vet! Heel Nederland stuurt dan zijn hond in met een foto met ‘mijn hond Boris wil graag in de clip’’. En dan had ik alles verzameld want ik mocht ook meehelpen backstage met dat soort dingen. En dan kwam ik aan en dan zeiden ze ‘oh, nee, wij doen helemaal niet de honden van deze kinderen. Wij hebben de honden van de buren en onze honden uit het Gooi’.

ERNST-JAN PFAUTH: Haha ‘onze honden uit het Gooi’.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja de Gooise honden! En Patrick Kluivert z’n zoontje komt in de clip met zijn hond. Dat vind ik natuurlijk hartstikke leuk, maar nu achteraf, vijftien jaar later denk je van ‘ja, tuurlijk werkt het zo’. Op dat moment was ik echt in shock. Ik kreeg bijna tranen in mijn ogen. Ik vond het zo zielig voor die kindjes die zich hadden aangemeld. Ik had dit nog nooit zo gevoeld dat dit zo werkte.

ERNST-JAN PFAUTH: En net zei je toen Alexander vroeg van ‘waar komt die fascinatie voor de family man vandaan?’ Toen zei je dus deels dit verhaal wat je nu vertelt. Je zei ook ‘relaties’. Waren dat dan relaties waarvan je dacht ‘jij bent ook een soort family man type maar je kan het helemaal niet waarmaken’?

YVONNE COLDEWEIJER: Nee, daar was de family man iets minder aan de orde maar er was natuurlijk wel… Ik had een relatie met iemand die bleek een heel dubbelleven te hebben, van ‘wow, hoe kan je twee relaties tegelijk hebben?’ Maar schijnt dat het wel vaker gebeurt allemaal.

ERNST-JAN PFAUTH: Amerikanen noemen dit volgens mij dat je ‘two-faced’ bent.

YVONNE COLDEWEIJER: Two-faced ja. Triggert mij enorm.

ALEXANDER KLÖPPING: Sorry dat ik dan nog zo’n psychiater-vraag stel, maar was dit op de middelbare school ook al zo, dat je een beetje teleurgesteld raakte in de mensen om je heen?

YVONNE COLDEWEIJER: Nee.

ALEXANDER KLÖPPING: Het is begonnen in die showbizz?

YVONNE COLDEWEIJER: Ja want op de middelbare school heb je nog die droom van ‘ik doe audities en ik wil daar graag…’.

ALEXANDER KLÖPPING: En werd daar geroddeld op de middelbare school?

YVONNE COLDEWEIJER: Vast wel.

ALEXANDER KLÖPPING: Het is niet dat je toen ook al…

YVONNE COLDEWEIJER: Nee daar was ik niet de…

ERNST-JAN PFAUTH: In het midden van de kantine alle roddels controleerde.

ALEXANDER KLÖPPING: Ik moet zeggen dat ik dat dus wel deed. Dan zal ik gelijk ook mijn biecht doen. Ik had dus echt… Dat was in de tijd dat dotcom-hype heel groot was en dat je veel geld kon verdienen met banners. En dan kon je zeg maar per klik op een banner, kreeg je een gulden. Ik ben echt vet oud. En dan had ik een scriptje gemaakt dat als je dan op de banner klikte dat je dan op mijn site kon komen. En ik dacht ‘wat is nou iets wat iedereen wil lezen iedere dag? Een roddelsite.’ Dus ik had een roddelsite over mijn klas.

YVONNE COLDEWEIJER: Oh my god!

ERNST-JAN PFAUTH: Ik zit tussen twee mensen in. Aan de ene kant: Alexander, Yvonne zelve al vanaf het begin. En jij was eigenlijk gewoon, je had een droom, lichtelijk naïef die wereld in, en je hebt een metamorfose doorgemaakt tot een soort van revanche. Is het eigenlijk wraak wat je nu aan het nemen bent?

YVONNE COLDEWEIJER: Zo extreem! Wraak! Het is geen wraak. Het is iets recht willen zetten denk ik. Een beetje exposen. Maar ik moet wel zeggen, het moet niet te veel zwaarte krijgen ofzo, dat deel.  

ALEXANDER KLÖPPING: Wat bedoel je daarmee?

YVONNE COLDEWEIJER: Als in, ik wil niet een moraalridder zijn. Daar heb ik ook een hekel aan. Eigenlijk ben ik echt… Als iemand een moraalridder is dan ben ik het haha. Maar ik vind dat heel irritant.

ALEXANDER KLÖPPING: De hogepriester van de moderne tijd ben jij. Je bent de hogepriester van YouTube.

YVONNE COLDEWEIJER: Maar ik vind het ook irritant als mensen zo zijn.

ERNST-JAN PFAUTH: Omdat de hele tijd andere moraalridders jou de maat zitten te nemen om wat jij doet.

YVONNE COLDEWEIJER: En terecht. Dat vind ik wel terecht. Maar ik vind moraalridders over het algemeen heel irritant.

ERNST-JAN PFAUTH: Ja wat je ergert aan andere mensen is hetgeen wat je aan jezelf irritant vindt, toch?

YVONNE COLDEWEIJER: Dat geldt natuurlijk… Dit is een filosofische… Dat is natuurlijk wat we allemaal aan het doen zijn. Hetgeen wat ik aan jou irritant vind, is hetgeen wat een schaduwkant van mezelf is. Ik denk dat dat continu zo loopt.

ERNST-JAN PFAUTH: En na Telekids ben je gaan vloggen. Je was eigenlijk al heel succesvol vlogger voordat je aan deze roddel carrière begon toch? Je had al iets van 150.000 volgers op YouTube in 2019.

YVONNE COLDEWEIJER: Eventjes, klopt.

ERNST-JAN PFAUTH: Dat ging meer over beauty vlogs enzo. Wat gebeurde er dat je dacht ‘Hé, ik ga die juice-kant op’? Was er een moment wat je kan herinneren?

YVONNE COLDEWEIJER: Niet over beauty hoor, destijds.

ERNST-JAN PFAUTH: O pardon. Waar ging het dan over?

YVONNE COLDEWEIJER: Nou ik vertelde toen al wel verhalen over hoe ik 20.000 euro was kwijtgeraakt. Of ik had toen een tassenbedrijf op gezet, daar kon je tassen huren. Ik vertelde eigenlijk een beetje story times over ondernemen, ook wel over de liefde. Dus hoe kan je zorgen dat die klasgenoot op jou verliefd wordt, dat soort dingen. En een beetje vloggen over mijn leven. Ik vind het altijd wel heel leuk om verhalen te vertellen. Dus het was minder op beauty.

ERNST-JAN PFAUTH: Ik ga je Wikipedia-pagina aanpassen.

YVONNE COLDEWEIJER: Terug naar de vraag.

‘Ik dacht, wat moet ik nou doen? Mijn leven is op. Laat ik me gaan bemoeien met andermans leven.’

Yvonne Coldeweijer

ERNST-JAN PFAUTH: Wat was het moment dat je dacht: ‘Ik ga die juice delen’?

YVONNE COLDEWEIJER: O ja. Omdat ik het leuk vond om verhalen te vertellen. Ik heb drie jaar een pauze genomen. En daarna dacht ik ‘oké als ik nu…’

ALEXANDER KLÖPPING: Na Keet! bedoel je?

YVONNE COLDEWEIJER: Nee, Keet! stopte, toen heb ik in een aantal musicals gespeeld, toen begon ik met vloggen en paar jaar lang en toen heb ik drie jaar pauze genomen van het vloggen, omdat dus die relatie met dat dubbelleven, dat was iemand met wie ik vlogde. Dus dat was wel lelijk. Toen was ik even in shock. Toen heb ik even drie jaar pauze genomen, omdat ik altijd al…

ERNST-JAN PFAUTH: Drie jaar is super lang, dat is niet ‘even’ toch?

YVONNE COLDEWEIJER: Niet alleen vanwege dat ding, maar ik wilde al zo lang iets in de showbizz doen en uiteindelijk heel hard gewerkt en musical spelen is ook topsport. Ik had even een break nodig. Na drie jaar wilde ik weer beginnen. Dat was vorig jaar, of eigenlijk anderhalf jaar geleden bijna. En toen dacht ik: Ik ga dating verhalen vertellen. En dat waren acht afleveringen van leipe dating verhalen. Gewoon leipe dingen.

ERNST-JAN PFAUTH: Uit je eigen leven?

YVONNE COLDEWEIJER: Uit mijn eigen leven. Yv in the City heette het. Maar die zijn op een gegeven moment op. En toen dacht ik ‘oké ja, ik heb nu weer die kijkers en ze beginnen het weer leuk te vinden maar wat moet ik nou doen? Mijn leven is op. Laat ik me gaan bemoeien met andermans leven.’ 

En toen kwam André Hazes op tv en die vertelde van ‘ja ik heb mijn verloving verbroken, dus ja helaas we zijn uit elkaar’ en ‘ja ik woon tijdelijk even bij een vriend’. Toen dacht ik ‘een vriend?’. ‘Ja het is een hele oude man maar een goede vriend van mij’… ‘Huh?’ weet je wel, gek. Er werd wel wat door gevraagd, heel minimalistisch van ‘die man heeft toch ook een dochter?’, ‘ja is een heel leuk wijf’ zegt ie. ‘Ja heel leuk, we gaan wel kijken hoe het loopt’. Ik dacht ‘huh, ho! Hold up! Hier klopt iets niet’, weet je. Dus toen ging ik dat onderzoeken en toen heb ik een beetje gereageerd op zijn interview en gezegd ‘volgens mij zit het iets anders in elkaar’. En dat was eigenlijk hetgeen wat mensen op het werk bij het koffiezetapparaat zaten te overleggen van ‘verloving is verbroken maar heeft hij nu al een nieuwe vriendin?’. En dat werd door RTL Boulevard of Shownieuws niet echt opgepakt. Er werd niet echt op ingegaan. Ik had zoiets van ‘ho even, dat gaat wel heel snel’.

ALEXANDER KLÖPPING: En wist je van tevoren dat dat waarschijnlijk zo succesvol zou worden?

YVONNE COLDEWEIJER: Nee.

ALEXANDER KLÖPPING: Want hoe je het beschrijft bijna zo van je had een droom om Keet! te worden en toen ging je musicals doen wat misschien wel een overtreffende trap is van het hele Keet! verhaal. En toen op YouTube als vlogger in die tijd, dit is wat kinderen tegenwoordig willen worden, dus het gaat steeds hoger en hoger. En nu die roddels, is dat dan omdat het je intrinsiek zo motiveert of is het gewoon omdat je commercieel bent en ondernemer bent en voelt ‘dit is mijn niche’?

YVONNE COLDEWEIJER: In eerste instantie was het uitgangspunt dus de content, van ‘wat ga ik nu doen want ik heb weer een video beloofd. En je kijkt van ‘waar ben ik goed in?’, en dat is camera en praten of dingen zeggen die ik vind. En dat vonden de mensen leuk, dus ik voelde van ‘oké daar ga ik gewoon op door’. Maar ik zoek gewoon een ander onderwerp en dat kwam op en ik reageer erop en de mensen, de views, gingen keer drie ofzo.

ALEXANDER KLÖPPING: En is het dan zo dat het bij elkaar kwam, dat de interne motivatie lijkt te voelen om de family man te…

YVONNE COLDEWEIJER: Dat was op dat moment niet heel… Als ik het zo uitleg dan was het zo pur sang, maar ik besefte niet echt dat ik dat aan het doen was.

ERNST-JAN PFAUTH: Je zegt ook dat je vond dat RTL Boulevard er een beetje te snel aan voorbij ging. Had je dan ook zoiets van zij weten meer maar ze laten het zitten ofzo?

YVONNE COLDEWEIJER: Ja dus het kwam inderdaad als je het zo zegt, allemaal samen. Dus de showbizz hypocrisie, de family man die…

ALEXANDER KLÖPPING: Een kopje kleiner gemaakt dient te worden.

ERNST-JAN PFAUTH: Maar ik begrijp die nog niet, want je was toch best succesvol als musicalster? Had je op dat moment besloten dat je niet meer door wilde met musicals?

YVONNE COLDEWEIJER: Nee, dat is weer een heel ander verhaal, maar wat betreft musicals moet je echt het type zijn voor een bepaalde rol. En er was een hele uitbundige musicalmarkt, want Albert Verlinde en Joop van den Ende waren tegen elkaar aan het opboksen natuurlijk, wat heel interessant is. Daar weet jij alles van, wat betreft jouw monopolie…

ALEXANDER KLÖPPING: Over monopolies bij Google en Apple-rechtszaken. Dat zijn in jouw wereld de Albert Verlinde en Joop van den Ende. Evident. De grootheden.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja, dat zijn de grootheden en die gaan concurreren met elkaar en dat is interessant, dan krijg je leuke producties, er wordt geld uitgegeven. En toen gingen zij dus fuseren en werd Albert Verlinde producties, of hoe heet het, V&V Entertainment en Stage gingen samen en toen crashte de hele markt gewoon, de musical markt.

ERNST-JAN PFAUTH: Waar ik benieuwd naar ben: Had je die route wel nog voor jezelf open van ‘ik wil de showbizz in’?

YVONNE COLDEWEIJER: Ja.

ERNST-JAN PFAUTH: Wat ik me dan wel afvraag: Was je dan niet bang dat op het moment dat je over André Hazes in RTL Boulevard begin, dat je dan in je hand bijt in je voet.

YVONNE COLDEWEIJER: Enigszins, maar daar zat dus drie jaar tussen. Dus mijn laatste musicalrol was dan al vijf jaar geleden op het punt dat ik dat deed en ik had twee jaar gevlogd.

ALEXANDER KLÖPPING: Maar in die drie jaar kreeg je schijt van ‘fuck ze’.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja want ik zag ook geen leuke rollen meer voorbijkomen. Ik had er geen zin meer in. Ik dacht… eh dat ga ik niet zeggen.

ERNST-JAN PFAUTH: Haha wat dacht je?

YVONNE COLDEWEIJER: Ik dacht ‘ik ga niemand oraal bevredigen om nog ergens in een tv-show te…’. Ik ga dat niet doen.

ERNST-JAN PFAUTH: Dus je had die route eigenlijk opgegeven dus daarom voelde het niet als je tegen die industrie keren waar je misschien nog wat aan had. Het was echt ‘ik ga nu een nieuwe kant op, zelf content maken’.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja ik vond nog niet dat ik op dat moment heel erg tegen de industrie in ging. Het was een kritisch nootje. Ik heb volgens mij niet eens uitgesproken van ‘waarom zegt Boulevard hier niks over?’. Dat heb ik niet eens zodanig benoemd, maar dat was het natuurlijk wel.

ALEXANDER KLÖPPING: Ik kan me ook voorstellen dat je die wereld van steeds dichterbij ziet en ziet hoe vreselijk je het eigenlijk vindt, dat je ook als je een tijdje eruit stapt voor drie jaar, dat je er dan verder vanaf gaat staan en denkt ‘waarom doe ik dit allemaal eigenlijk?’. Had je dat ook? Of dacht je ‘ik wil eigenlijk toch wel weer mijn weg naar binnen?

YVONNE COLDEWEIJER: Juist. Nee, hoor nee, want in die tijd had ik ervaren hoe het is om zelfstandig te zijn en onafhankelijk. Want al die tijd was ik natuurlijk afhankelijk van een RTL, een Talpa, een Joop van den Ende. Val ik nog in de smaak? Praat ik met de juiste mensen? Ben ik op de juiste plek op het juiste moment?

ALEXANDER KLÖPPING: Was je goed in dat soort politiek? Want dat is het eigenlijk.

YVONNE COLDEWEIJER: Pff, ik denk als ik… Ik wil het gewoon niet.

ERNST-JAN PFAUTH: Als iemand die zo’n radar heeft voor dubbelzinnigheid kan ik me voorstellen dat dat heel veel energie kost.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja ik kan het wel, maar ik vertik het gewoon.

ERNST-JAN PFAUTH: Het gevoel dat je dat je moest douchen.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja echt vies gewoon. Het is echt… Ik walg ervan. Ik wilde niet ‘kom dan zetten we een meeting op met productiebedrijf van dit en dan gaan we een programma pitchen’. Echt, ik snap het wel als je iets wil verkopen, maar ik wilde gewoon werken ofzo en doen wat ik leuk vind. Ik had gewoon het idee dat ik me helemaal naar binnen moest…

ALEXANDER KLÖPPING: Is het een mannenbolwerk?

YVONNE COLDEWEIJER: Eh… Ja maar dat is niet zo erg want je kan je er ook wel doorheen flirten ofzo. Dus je kan er wel ook als vrouw gebruik van maken. Dus ik had nooit het gevoel van ‘gatverdamme die vieze mannen’, ofzo. Want ik weet ook altijd wel hoe ik iets kan bereiken als het moet, als je een vrouw bent. Ja, sorry dat ik het zo zeg.

ALEXANDER KLÖPPING: Dat is wel erg toch.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja zo werkt het nou eenmaal. Maar ik wil het gewoon niet.

ERNST-JAN PFAUTH: En toen je met vloggen bezig was, kon je daar al van leven? Voor het Hazes-moment? Hoe verdiende je daar geld mee?

YVONNE COLDEWEIJER: Ja. Eh, nou als ‘influencer’, wat je dan natuurlijk bent, werk je met campagnes van bedrijven. Zij betalen jou een bepaald bedrag en dan zeg jij tijdens je vlog ‘trouwens, dit is een hele fijne tandpasta’.

ALEXANDER KLÖPPING: Deed je allemaal zelf? Die onderhandelingen? Want ik denk dat de meeste mensen dat doen via een tussen agency of wat dan ook?

YVONNE COLDEWEIJER: Ja allemaal zelf. Ik heb dat wel geprobeerd maar allemaal weer dat hè.

ERNST-JAN PFAUTH: Want die zelfstandigheid is naast een hekel aan schijnheiligheid, is een andere drive van jou zelfstandig willen zijn.

YVONNE COLDEWEIJER: Is vrijheid.

ERNST-JAN PFAUTH: En hoe ver ga je daarin? Wanneer doe je dingen waarvan je denkt ‘dat had ik toch beter uit kunnen besteden maar ik vind zelfstandigheid zo belangrijk dat ik het toch zelf doe’?

YVONNE COLDEWEIJER: Uitbesteden is niet erg als ik het betaal. Dan is het goed.

ALEXANDER KLÖPPING: Ja precies, je wil het voor het zeggen hebben.

YVONNE COLDEWEIJER: Maar het is niet dat iemand anders een aandeel in mij… Dat wil ik niet want ik wil gewoon alles zelf beslissen en alles zelf bepalen, want dan kan ik op elk moment alle keuzes maken die ik zelf wil en dan heb ik ook alle verantwoordelijkheid.

ALEXANDER KLÖPPING: En is dit nou een soort trauma van die entertainment wereld waarin je dat totaal niet had? Of had je dat eigenlijk toen ook al en was het gewoon super frustrerend dat je aan de ene kant wilde wat de output was van de entertainment wereld maar was het zo frustrerend om niks voor het zeggen te hebben?

YVONNE COLDEWEIJER: Dit is toch weer een nature-nurture vraag een beetje. Nou ja, ik heb het ook in mijn karakter zitten denk ik.

ALEXANDER KLÖPPING: Om alles zelfstandig te willen kunnen doen. Maar waarom dan die entertainmentwereld uitkiezen waar je altijd afhankelijk bent van anderen?

YVONNE COLDEWEIJER: Het is zo gaaf als je iets… Als je bijvoorbeeld op het podium staat en je vindt het zo cool om een rol te spelen.

ERNST-JAN PFAUTH: Wanneer kwam je daarachter? Dat je op een podium stond en dacht ‘dit is geweldig’?

YVONNE COLDEWEIJER: Toen ik drie jaar oud was. Ik vond optreden altijd al leuk.

ERNST-JAN PFAUTH: Wat is je vroegste herinnering aan optreden?

YVONNE COLDEWEIJER: Ja dan deden wij de dikke mannen-show, en dan deden mijn zusje en ik zo’n kussen onder een shirt, T-shirt van mijn vader aan en ‘wij gaan optreden’ en dan gingen we in de woonkamer en dan moest iedereen naar ons kijken. En toen ik twaalf was heb ik mijn eerste professionele productie gespeeld in een musical van Studio 100. Dat kennen heel veel mensen misschien wel van Samson en Gert, K3. Toen dacht ik wel van ‘wow dat is vet’. Maar been there done that.

ERNST-JAN PFAUTH: Maar die behoefte aan zelfstandigheid, wat is daar de basis van denk je? Heb je vroeger meegemaakt dat je dacht ‘ik moet mijn eigen boontjes doppen want ik kan niet op anderen rekenen?

YVONNE COLDEWEIJER: Hmm, dat heb ik niet zo bewust ervaren, maar het is wel fijn als je niet op anderen hoeft te rekenen.

ALEXANDER KLÖPPING: Ik zie wel de herkenning in je ogen.

YVONNE COLDEWEIJER: Eh… Oké Dr. Phil…

ALEXANDER KLÖPPING: Het is toch ook zo. Je hebt alleen geen zin om het te zeggen.

YVONNE COLDEWEIJER: Nou het is niet dat ik nu aan een traumatische ervaring denk. Ik heb denk ik wel ervaren in mijn leven dat als ik op anderen moet rekenen, dat ik het dan spannend vind.

ALEXANDER KLÖPPING: Waarom is dat?

YVONNE COLDEWEIJER: Je weet nooit wat iemand anders gaat doen.

ALEXANDER KLÖPPING: Ja maar dat geldt voor iedereen en het klinkt wel alsof het voor jou een soort van een bewust iets is wat al langer zo is. Niet alleen maar doordat je genaaid bent in de entertainment wereld.

YVONNE COLDEWEIJER: Nee, eh…

Yvonne valt stil voor 6 seconden.

YVONNE COLDEWEIJER: Ik kan niet een voorbeeld noemen uit mijn jeugd ofzo waarbij ik dacht ‘hé, nu kan ik niet meer op deze persoon rekenen’.

ALEXANDER KLÖPPING: Het is op één of andere manier een soort bewustzijn van dat je altijd zelfstandig moet zijn.

YVONNE COLDEWEIJER: Zou kunnen dat het gewoon wel daar ontwikkeld is maar dan zou ik even met een psycholoog moeten praten.

ALEXANDER KLÖPPING: Het kan natuurlijk ook zo zijn, en dan klap ik ook uit de kast van, van I’ll pay the favour back, dat dat hele op het podium willen staan, het geeft ook macht. Ik weet wel eens, met Ernst, gingen we naar een feestje in het buitenland, en dan kennen de mensen mij niet van de televisie, en dacht ik opeens ‘moet ik nu anderen aanschieten om mee te praten? Ze komen niet uit zichzelf naar mij? Ik moet ga uitleggen wat ik allemaal doe?’

ERNST-JAN PFAUTH: Stond ik ineens alleen op het feestje.

ALEXANDER KLÖPPING: Ik dacht ‘ik doe dit toch niet voor mijn lol, zo is het niet leuk’. Om maar te zeggen: het is ook het hele…

YVONNE COLDEWEIJER: Dat klinkt een beetje verwend.

ERNST-JAN PFAUTH: Of heel onzeker.

ALEXANDER KLÖPPING: Ik denk ten diepste ongemak. En dus dat hele tv-ding gebruiken als een soort van… Het is altijd de DJ die vooraan het feestje staat dat de grootste ongemakkelijkste nerd is en die heeft gewoon een vorm gevonden waarin hij zich kan verhouden tot de rest van de mensen op het feestje, maar hij staat daar wel in zijn eentje een beetje muziek te draaien en doet net alsof hij er onderdeel van is, maar is het natuurlijk niet.

Je zit me echt aan te kijken alsof ik gek ben.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja ik vind dit heel gek. Nee, ik denk iedereen die dan de DJ is of de ster, alles draait om jou op dat moment. Dus het heeft ook een vorm van kwetsbaarheid.

ALEXANDER KLÖPPING: Ja dat is ook waar.

YVONNE COLDEWEIJER: Gemixt met inderdaad wat jij zegt dan denk ik.

ALEXANDER KLÖPPING: Maar het is dus niet zo dat dat soort van BN’er ding ergens ook in het logische verlengstuk ligt van zelfstandig willen zijn. Want dat is wel iets wat je ermee koopt. Een vorm van macht.

YVONNE COLDEWEIJER: Maar macht is toch niet zelfstandigheid.

ALEXANDER KLÖPPING: Mwah, ik denk dat het wel helpt.

YVONNE COLDEWEIJER: Hmm, nee. Nee zie ik niet zo. Macht is niet zelfstandigheid. Je hebt heel veel mensen die macht hebben die geen kant op kunnen.

ERNST-JAN PFAUTH: Wat jij volgens mij net bedoelde is dat je in dat feestje in New York moest je jezelf ineens weer bewijzen terwijl je hier daarvan gevrijwaard bent omdat iedereen je kent.

ALEXANDER KLÖPPING: Ja dat is een vorm van zelfstandigheid of hoe zeg je dat, het verdrijven van ongemak. Ik dacht misschien zijn het twee persoonlijkheid dingen die in het verlengde van elkaar zitten. Het kan ook zo zijn dat het allebei bestaat en dat je er het ene moment plezier van hebt en het andere moment werkt het je tegen die zelfstandigheid in die entertainment wereld.

ERNST-JAN PFAUTH: Hoe ziet jouw zelfstandigheid er nu uit? Hoe ziet je imperium eruit?

ALEXANDER KLÖPPING: Ja laten we het over jouw bedrijf hebben.

YVONNE COLDEWEIJER: Leuke vraag. Ik heb nu twee BV’s. De ene is voor de webshop die ik heb, dus ik heb gewoon de e-commerce kant. Ook om mezelf een beetje in te dekken voor als de juice op een gegeven moment een keer stopt.

ALEXANDER KLÖPPING: Ja ja, diversificatie.

YVONNE COLDEWEIJER: En een BV socials, dus alles wat ik verdien met de juice. En dat is natuurlijk, dat weten jullie misschien wel, dat ik nu een abonnement model heb bedacht voor tien euro per maand kunnen mensen zich aansluiten voor extra juice haha.

ERNST-JAN PFAUTH: En dan krijgen ze toegang tot het Telegram kanaal waar je exclusieve dingen deelt. En die twee heb je losgehaald waarschijnlijk, dat als je gesued wordt voor je juice dat je e-commerce dan nog veilig is.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja dat was het idee, maar ik kwam er laatst achter dat dat niet geldt.

ERNST-JAN PFAUTH: Omdat het hetzelfde moederbedrijf is ofzo?

YVONNE COLDEWEIJER: Nou nee, om de uitingen die ik doe, daar kunnen mensen mij ook persoonlijk op…

ALEXANDER KLÖPPING: Het gaat om de persoon.

ERNST-JAN PFAUTH: En de e-commerce is een kledingcollectie toch?

YVONNE COLDEWEIJER: Kleding en eigen sieradenlijn.

ALEXANDER KLÖPPING: Dit is recent toch? En hoeveel mensen werken nu binnen de hele holding?

YVONNE COLDEWEIJER: Ja. Binnen de holding momenteel twee, ik en iemand anders. Er komt nu iemand bij, en nog één freelancer die nog wat dingen gaat doen. Daar wil ik het ook wel bij laten. Want anders krijg ik weer van ‘hé, dan word ik een soort werkgever en dan ben ik niet meer vrij’.

ALEXANDER KLÖPPING: Waarom ben je dan niet meer vrij?

YVONNE COLDEWEIJER: Dan ben ik verantwoordelijk voor andere mensen weer, voor wat zij verdienen…

ERNST-JAN PFAUTH: Dan moet je over HR gaan nadenken. En die andere twee mensen, dus diegene die er nu werkt en die eraan komt?

YVONNE COLDEWEIJER: Die werken in de webshop. Die doen het logistieke deel. Ook wel het creatieve deel natuurlijk maar er komt heel veel kijken. Heel veel van die vervelende dingetjes zoals foto’s maken…

ALEXANDER KLÖPPING: Orders verwerken.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja dat doen wij niet, daar is een bedrijf voor. Maar een beetje strategie, van welke kleding gaan we op welk moment pushen enzo.

ERNST-JAN PFAUTH: En als je een soort taartdiagram van je omzet hebt, hoeveel procent is dan de Juice BV en de e-commerce?

YVONNE COLDEWEIJER: Nou een beetje 50-50.

ALEXANDER KLÖPPING: Nu al? Ongelooflijk.

YVONNE COLDEWEIJER: Ben je verbaasd?

ALEXANDER KLÖPPING: Nou dat zo’n recent bedrijf die distributie, je hebt natuurlijk de distributie, dat is het krachtige van de e-commerce ernaast, dat je het niet het bereik uit jezelf hoeft op te bouwen, dus misschien is het niet zo gek.

ERNST-JAN PFAUTH: Maar in je marge is die juice natuurlijk veel groter.

YVONNE COLDEWEIJER: Veel groter. Als in, ik heb daar geen kosten.

ALEXANDER KLÖPPING: En het is abonnementen, en daarnaast ook advertenties?

YVONNE COLDEWEIJER: Eigenlijk bijna niet. YouTube pakt wel wat, maar daar word je niet heel rijk van, maar dat is een leuk basisinkomen.

ALEXANDER KLÖPPING: Wat is het procentueel ongeveer ten opzichte van de abonnementen?

YVONNE COLDEWEIJER: Eh, een tiende deel ofzo.

ALEXANDER KLÖPPING: En Instagram natuurlijk ook niks?

YVONNE COLDEWEIJER: [sarcastisch] Nee ik word ook niet meer benaderd, heel gek!

ERNST-JAN PFAUTH: Je bent te controversieel geworden.

ALEXANDER KLÖPPING: Ja echt waar? Je staat in het rijtje…

YVONNE COLDEWEIJER: Ja af en toe wel. Maar ja, dat moet ik ook gewoon niet meer doen ofzo. Want dan kan ik dus gecancelt kan worden. Want dan gaan mijn haters contact opnemen met dat bedrijf van ‘zo, gaan jullie met haar in zee’. Dat is gebeurd ook.

ERNST-JAN PFAUTH: Dus je bent jezelf een soort cancel-proof aan het maken. Dat hoort eigenlijk bij die zelfstandigheid.

ALEXANDER KLÖPPING: Was dat echt de gedachte van ‘ik ga die kleding erbij doen, want dan als het ene ding ophoudt dan heb ik het andere ding’?

YVONNE COLDEWEIJER: Absoluut. En je wil eigenlijk ook niet 24/7 in de showbizz met je hoofd zitten. Het is ook een klein beetje om een break te hebben gedurende de dag, even van twaalf tot één naar jurkjes kijken.

ERNST-JAN PFAUTH: Ik heb dat als volger al om zo veel met Hazes en Danny de Munk bezig te zijn.

YVONNE COLDEWEIJER: Volg jij mij?

ERNST-JAN PFAUTH: Af en aan. Soms kan ik het even niet meer aan. Niet jou persoonlijk hoor maar gewoon die types waar je hebt over hebt. Dan denk ik ‘ik wil niet weer meer weten over Hazes’. Maar ik vind jouw zakenpersoon heel interessant.

YVONNE COLDEWEIJER: Dit vind ik ook interessant. Ik wil ook… Deze ervaring is vervelend voor de volgers. Wat heb jij dan op dat moment nodig? Even een andere BN’er of eigenlijk gewoon even niet?

ERNST-JAN PFAUTH: Ik zou eigenlijk dit gesprek wat we nu voeren, een soort meta kanaal over jouw imperium, hoe je dat opzet en dat je vertelt dat je cancel-proof wil zijn, dat vind ik interessant.

YVONNE COLDEWEIJER: Dus een beetje meer de achtergrond. Maar dat willen heel veel mensen ook niet.

ERNST-JAN PFAUTH: Nee dat is POM. Dat is ook een veel te kleine niche. Maar wat ik me afvraag: Word jij af en toe niet heel erg moe om de hele tijd in die hoofden van die types te moeten zitten? Het zijn niet echt…

YVONNE COLDEWEIJER: Van de hoofden ben ik nooit moe. Fascinerend. Maar van het onderwerp zelf, Hazes, ja af en toe ben ik er ook gewoon klaar mee.

ERNST-JAN PFAUTH: Maar de hoofden vind je fascinerend?

YVONNE COLDEWEIJER: Ik vind iedereen interessant, de keuzes die ze maken.

ALEXANDER KLÖPPING: Noem eens een voorbeeld?

YVONNE COLDEWEIJER: Ik zeg ook wel eens: Een Hazes-week is anders dan onze week. Dat gaat keer tien zeg maar. Daar worden tien keer zo veel keuzes gemaakt als bij ons.

‘Heb ik me hier zo uit geluld of niet?’

Yvonne Coldeweijer

ERNST-JAN PFAUTH: Heb je nooit medelijden met die mensen?

YVONNE COLDEWEIJER: Waarom?

ERNST-JAN PFAUTH: Omdat die jongen, ik weet niet heel veel van hem af, maar die heeft toch gewoon een traumatische jeugd gehad en die heeft toch nooit echt een kans gehad op een normaal leven en is nu al die trauma’s publiekelijk aan het uitventen en daar worden andere mensen ook slachtoffer van, maar het is toch gewoon iemand die nooit een kans heeft gehad op een normaal leven? Ik kan me die documentaire nog herinneren over zijn jeugd: Papa op een kratje bier. Mijn god.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja, het leven is hard.

ERNST-JAN PFAUTH: Je hebt daar nooit empathie mee van ‘dit is eigenlijk een beschadigd kind’.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja natuurlijk wel, maar kijk, mijn uitgangspunt is: De BN’er die geilt gewoon op de aandacht en is daar zelf helemaal voor gegaan. Hij had dit leven niet hoeven kiezen, dat heeft hij wel gedaan, heeft er ook heel veel profijt van gehad. Laat hem maar eventjes publiekelijk struggelen. Laat hem maar eventjes door die trauma’s heen werken. Misschien heeft hij ons daarbij ook wel nodig. Heb ik me hier zo uit geluld of niet?

ALEXANDER KLÖPPING: Het is natuurlijk een soundbite geworden dit. Ik kan me ook voorstellen je kan onmogelijk zeggen dat je medelijden met ze hebt…

YVONNE COLDEWEIJER: Ik heb wel empathie, maar ik zie mensen niet graag als slachtoffer omdat ik ze graag voor vol aan zie, en ze graag voor alle keuzes die ze hebben gemaakt volledig aansprakelijk wil stellen.

ERNST-JAN PFAUTH: Ja dus je neemt hem eigenlijk serieuzer dan ik. Ik zie hem als een collectie jeugdtrauma’s…

ALEXANDER KLÖPPING: Zo van ‘die moet ik tegen zichzelf beschermen’

ERNST-JAN PFAUTH: Dat hij nooit een keuze heeft gehad op een ander leven want wat gaat hij in godsnaam doen.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja ik zie hem helemaal voor vol aan. Uit respect.

ERNST-JAN PFAUTH: Uit respect, haha.

YVONNE COLDEWEIJER: Echt waar. Jullie lachen erom, maar ik vind dat het grootste respect dat je kan hebben is iemand voor vol aan zien. Om te zeggen: ‘Je bent geen slachtoffer. Je bent verantwoordelijk voor je eigen keuzes’. Dus als het even niet goed met hem gaat, dan kunnen we hem ook wel steunen.

ERNST-JAN PFAUTH: dat klinkt bijna alsof je een soort nieuwe vorm van hulpverlening hebt uitgevonden, gewoon ge-outsourced geweten dat soms zegt: ‘Let op, Hazes’.

ALEXANDER KLÖPPING: Dat heeft toch een naam in de psychologie, provocatieve therapie. Dat is gewoon een vak hoor.

YVONNE COLDEWEIJER: Gelukkig zien jullie het zo, want het zou ook nog wel eens narcisme van mijn kant kunnen zijn van ‘ik ga jullie wel eens even allemaal vertellen hoe het allemaal beter kan’.

ALEXANDER KLÖPPING: Waarom denk je dat?

YVONNE COLDEWEIJER: Nou ja, soms voel ik me wel een beetje van ‘wie ben ik eigenlijk om allemaal een beetje te zeggen hoe Hazes het moet aanpakken’.

ALEXANDER KLÖPPING: En dat schakel je dan onder narcisme van ‘hoezo…’

YVONNE COLDEWEIJER: Want ‘my way or the high way’ of zoiets.

ALEXANDER KLÖPPING: Van wat kun je zeggen over zijn leven.

ERNST-JAN PFAUTH: Lees je hier over? Er zijn vast eindeloze boekenreeksen uitgegeven over beroemd zijn en wat dat met mensen doet. Heb je een soort theoretisch kader?

ALEXANDER KLÖPPING: Of de psychologie.

YVONNE COLDEWEIJER: Ik verdiep me wel veel in de psychologie. Minder in het beroemd zijn, maar wel in de psychologie van de mens en manipuleren vind ik interessant om te bestuderen. Dat zie je natuurlijk ook veel met de BN’ers. Vind ik heel interessant ja.

ALEXANDER KLÖPPING: Dus de PR, of de framing, ik kan me ook voorstellen dat als een BN’er echt in de shit zit en er komt een soort crisismanagement vanuit het management bij…

YVONNE COLDEWEIJER: Dat vind ik minder interessant. Ik bedoel echt het manipuleren van de family man naar zijn vrouw toe en naar zijn omgeving toe.

ERNST-JAN PFAUTH: Dus de persoonlijke relaties. Niet de relaties naar het publiek.

ALEXANDER KLÖPPING: Jij ziet echt een soort psycho’s voor je.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja de meeste BN’ers zijn wel psycho, ja hebben wel een gradatie van psychopathie.

ALEXANDER KLÖPPING: Want je hebt psychologie gestudeerd, niet afgemaakt, maar toch. Je hebt wel basis interesse. En jij kijkt echt naar die mensen alsof je een DSM moet open vragen.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja eigenlijk wel. Je moet echt verknipt zijn om dertig, veertig jaar een BN’er te willen zijn.

ERNST-JAN PFAUTH: Over de wens om beroemd te zijn: Heel veel mensen zullen beroemd willen zijn omdat ze een gebrek aan aandacht hebben gehad. Of een onzekerheid in de familie.

YVONNE COLDEWEIJER: Of totaal geen identiteit hebben ontwikkeld. En daar alles aan willen lenen, wat iemand anders van ze vindt, daar hun identiteit aan te hangen. Dat zag je bij André Hazes, hilarisch. Die heeft dus elke keer als hij een nieuwe vriendin heeft, dan past hij zijn hele kledingstijl aan en zijn kapsel om in de smaak te vallen bij de familie van de vriendin, omdat hij natuurlijk zelf thuis niet heeft opgebouwd.

ALEXANDER KLÖPPING: Je ziet een soort kameleon in die…

YVONNE COLDEWEIJER: Ja iemand die niet veilig thuis zijn eigen identiteit heeft opgebouwd, dus denkt ‘oh nu krijg ik een nieuwe vader, dus nu ga ik me ook kleden en gedragen zoals dat daar getolereerd wordt’.

ALEXANDER KLÖPPING: Wat je doet is erom lachen, en niet… Want wat je nu zegt eigenlijk, want nu zie ik hoe je dit analyseert in je hoofd…

YVONNE COLDEWEIJER: Dit breng ik ook in video’s hoor.

ALEXANDER KLÖPPING: En daarna lach je hem uit

YVONNE COLDEWEIJER: Daarna lach ik hem uit, vind ik leuk. Ja dat is toch leuk? Of vinden jullie het heel…

ERNST-JAN PFAUTH: Ik vind het een mix van zielig voor hem en de mensen die er last van hebben.

YVONNE COLDEWEIJER: Waarom vind je dat zo zielig?

ERNST-JAN PFAUTH: Omdat ik wel nog steeds een mens zie ofzo. Ik probeer niet de moral high ground te kiezen, maar het is gewoon echt wat ik erbij beleef. Ik zie een getraumatiseerd mens door het leven worstelen. En heel veel mensen die daarvan genieten om aan hun eigen levens te ontsnappen.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja en het ding is met mensen, je hebt gelijk: dat is er natuurlijk ook. Maar ik vind het interessant om de schaduwkant van de mensen, dus het leedvermaak, zo schaamteloos eigenlijk de etaleren dat ik een beetje een guilty pleasure ben voor de mensen en dus ik dat momentje ben op de dag dat ze heel even dat los mogen laten en wel even om iets mogen lachen.

ERNST-JAN PFAUTH: Je stelt het belang van het publiek boven het individuele belang van het object van de dag.

YVONNE COLDEWEIJER: Het is meer een filosofische insteek van ik vind het interessant als mensen ook een schaduwkant van zichzelf belichten en niet altijd het goede hoeven te doen en ook om iets mogen lachen wat soms zielig is voor iemand anders.

ALEXANDER KLÖPPING: Ja dit is natuurlijk ook het idee van roddelbladen natuurlijk, dat het in principe nivelleert. Dus het is leuk om je daarmee het lijkt alsof het een hogere klasse is maar stiekem zijn het ook mensen zoals wij. Ik denk dat dat de kern van de aantrekkingskracht is van roddelen.

ERNST-JAN PFAUTH: Ja en het is natuurlijk een sociaal bindmiddel.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja dat ook een aspect.

ALEXANDER KLÖPPING: Want mensen lullen over niets liever dan andere mensen.

YVONNE COLDEWEIJER: En status. En er is een hiërarchie als jij degene bent in de vriendengroep die de roddel brengt… Dat is natuurlijk wat ik ook met mijn spionnen doe. Daarom heb ik ook spionnen die mij dingen vertellen uit de omgeving van de BN’ers, want dan kan jij zeggen: ‘Dat nieuwtje wat Yvonne heeft gebracht, dat is van mij’.

ALEXANDER KLÖPPING: Maar soms denk ik ook wel: dit is op een ander niveau bij een andere groep ook wat politiek nieuws is. Het is ook roddelen, het is ook ‘die vindt die niet aardig’ of ‘die is van een andere stroming’ en journalisten proberen dat als eerste te brengen, het is net zo goed borreltafel gesprek. Soms denk ik wel eens ‘dat spel met die poppetjes is roddelen voor intellectuelen’.

ERNST-JAN PFAUTH: Een vorm van escapisme voor intellectuelen.

ALEXANDER KLÖPPING: Ja gewoon volstrekte entertainment. Het heeft helemaal niets te maken met een democratie. Het zijn inderdaad die mensen die het doen. Maar bij de deur wachten totdat een ruzie in de groep naar buiten komt…

YVONNE COLDEWEIJER: Dat is juice

ALEXANDER KLÖPPING: En die juice heeft toch geen fuck te maken met het controleren van de macht.

ERNST-JAN PFAUTH: Over roddelen in vriendengroepen, van wat je net zei ‘ik ben de vriend die de roddel brengt dus dan stijg je in achting’, dan stel je eigenlijk de waarde populariteit over de waarde vertrouwen, want je schendt het vertrouwen van degene die de roddel brengt.

YVONNE COLDEWEIJER: Nou maar het vertrouwen wat je meebrengt in de groep want ‘jongens alleen wij weten dit’, is ook weer een nieuwe band.

ERNST-JAN PFAUTH: Ja maar iedereen in die groep denkt wel weer van ‘daar moet ik mee oppassen, want volgende keer brengt hij mijn roddel’.

YVONNE COLDEWEIJER: Niet direct. Ik denk niet dat ze zich op dat moment beseffen. Ik denk niet dat jij als minder betrouwbaar wordt gezien op dat moment.

ERNST-JAN PFAUTH: Voor mezelf probeer ik de afweging te maken van ‘vertel ik dit nu omdat ik populairder wil zijn, of ga ik voor de moeilijkere weg, ik hou het in en ik breng geen goed verhaal, maar ik verkies te waarde onderling vertrouwen’.

YVONNE COLDEWEIJER: En populair willen zijn, heb je daar een waardeoordeel over?

ERNST-JAN PFAUTH: Als ik het puur bij mezelf hou, dan denk ik dat dat een soort streven is waar ik nooit in bevredigd zal worden, als een soort heilloze weg. Dus ik probeer mezelf daar wel vandaan te houden. Daarom verwijder ik mijn Instagram app ongeveer zes keer per week, om niet alleen maar bezig te zijn met hoeveel likes ik heb. Het is meer een soort individueel streven. Ik projecteer dat niet op anderen. Ik kijk niet neer op anderen omdat zij daar bijvoorbeeld wel voor gaan. Maar ik denk voor mezelf, voor mijn levensgeluk is het beter als ik niet naar populariteit streef.

YVONNE COLDEWEIJER: Want dat heb je in je hoofd bedacht. Want je zegt ‘zes keer verwijderen’, maar dan heb je hem dus wel vijf keer teruggezet, of zeven keer.

ERNST-JAN PFAUTH: Zeker, het is een worsteling die nooit klaar zal zijn.

YVONNE COLDEWEIJER: Dus wat is dan de worsteling?

ERNST-JAN PFAUTH: Nou ik moet aan de andere kant wel gewoon mijn nieuwe dingen promoten op Instagram, dus daar is het dan voor.

YVONNE COLDEWEIJER: Het is wel fijn dat je gewaardeerd wordt voor het werk wat je doet.

ERNST-JAN PFAUTH: Ja maar dat vind ik anders. Waardering voor een interview vind ik anders dan heb ik iets geplaatst enkel om likes te scoren? Ik sta achter dat interview.

ALEXANDER KLÖPPING: Je zou ook kunnen zeggen: Niemand ontkent dat dat de basale urge om te roddelen er is, ik denk dat we dat allemaal hebben, maar het is ook iets als een virtue, hoe zeg je dat, als iets positiefs gezien wordt om het te onderdrukken.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja, het is de guilty pleasure dus. Dat is eigenlijk heel interessant.

ALEXANDER KLÖPPING: Jij maakt eigenlijk door het woord guilty pleasure te noemen alleen al maak je het iets positiefs, maar het is natuurlijk in principe iets wat je kinderen eigenlijk niet wil aanleren. Ik ben ouder van een vierjarig meisje, als ik hoor dat die roddelen over elkaar, dan is niet mijn neiging ‘ga er lekker mee door, sterker nog: maak een website en zet er banners voor en begin een YouTube kanaal’.

YVONNE COLDEWEIJER: Nee, maar tegelijkertijd wil je ook niet die persoon, je meisje, iets slechts doet of iets fouts, want het is een natuurlijk ding. Dus we moeten leren omgaan met de schaduwkant van onszelf. Dus het mag er gewoon wel zijn. Het is niet erg. Je hoeft je app niet te verwijderen want je hebt niks fout gedaan.

ALEXANDER KLÖPPING: Ja maar toch kan je ook zeggen: Als ik mezelf, zeg maar, we willen allemaal dat de wereld een betere plek wordt en dat de mensen om ons heen het als een betere plek ervaren…

YVONNE COLDEWEIJER: Dan denk ik dat je de mens als holistisch moet gaan zien en heeft twee kanten, en dan hopen we natuurlijk dat de goede kant 90% is en de 10% is de schaduwkant.

ALEXANDER KLÖPPING: Maar ik vind het een beetje nihilistisch zo van ‘roddelen gebeurt toch wel’, omdat het ook is iets want we zijn er wel zelf bij en je kan het zelf wel controleren. En dan heb ik het niet over je juice-kanaal per se maar gewoon in kleinere context helpt het denk ik om te bedenken wat nou echt je eigen waarden zijn. Ik denk als in mijn omgeving minder geroddeld wordt, vind ik dat wel fijner. Dus, als ik denk ik kan daar aan bijdragen door zelf minder te roddelen, dat is volgens mij wat jij ook zegt Ernst, dan zou ik dat wel zien als iets positiefs. Ik snap dat we allemaal die neiging hebben, maar het is beter als het niet gebeurt toch? En dan denk ik ergens: Moet je daar dan niet aan proberen bij te dragen door het minder te doen?

YVONNE COLDEWEIJER: Ik begrijp je vraag wel…

ALEXANDER KLÖPPING: Als het zou gaan ver je eigen vrienden bijvoorbeeld.

YVONNE COLDEWEIJER: Dat is anders. Wat ik nu doe, dat gaat natuurlijk over de BN’ers. Ik zie het niet als aanval wat je net vroeg want ik vind het wel interessant want als ik over mijn eigen leven nadenk, mijn eigen vriendengroep, roddelen wij soms meer om te ventileren over iets waar we mee zitten wat een dynamiek was in een groep bijvoorbeeld, is nooit bedoeld om de ander zwart te maken maar dient eventjes als een ventilatie, maar liever niet inderdaad op dat moment. Maar dan zijn we het kwijt. Het is niet dat het dan de hele dag is van ‘en trouwens, en dat’. In vriendengroepen heeft het ook een functie om even te vertellen wat die nou net over die zei.

ERNST-JAN PFAUTH: Maar het is heel vaak de makkelijke route toch? De moeilijke route is het tegen de persoon zelf zeggen.

YVONNE COLDEWEIJER: Dat gebeurt ook hoor. Ik zou dat meer loslaten dat gevoel dat het slecht is of zo. Het is oké, om soms heel eventjes iets over een ander te zeggen.

ALEXANDER KLÖPPING: Ja maar ik heb ook soms zin om iemand op zijn bek te slaan.

YVONNE COLDEWEIJER: Nou dan doe je dat toch, haha.

ALEXANDER KLÖPPING: Dit is wat ik bedoel met dat nihilisme. Het is niet goed om je basale urges te volgen, want voor je het weet ga je met elkaar vechten en dingen jatten.

YVONNE COLDEWEIJER: Dat zei ik niet. Ik zei niet dat je je basale urges moet volgen. Ik zei dat je moet omarmen dat een mens twee kanten heeft en dat het oké is als jij iemand op z’n bek wil rammen dat je voelt van, doordat je dat voelt maakt dat je niet een slecht mens of agressief, dat kan gewoon bestaan.

ALEXANDER KLÖPPING: Maar toch: Ik doe het niet.

ERNST-JAN PFAUTH: Het is een soort van zingeving, van proberen te streven te leven naar de deugden die je belangrijk vindt. Vroeger hadden mensen hier religie voor, nog steeds een paar mensen. Maar heel veel mensen niet meer, en dit is mijn soort van surrogaat daarvoor, van waarom ik probeer om dat wel te onderdrukken.

YVONNE COLDEWEIJER: Streven is toch fantastisch, dat is toch de bedoeling ook.

ERNST-JAN PFAUTH: Voor mij is dat dus een belangrijk onderdeel ook om niet achter de rug om over mensen praat. En natuurlijk doe ik het wel, I can’t help myself.

YVONNE COLDEWEIJER: Maar dat vindt iedereen toch.

ERNST-JAN PFAUTH: Maar het lijkt ook alsof jij de toestemming geeft aan mij van ‘doe het toch maar lekker wel gewoon’.

YVONNE COLDEWEIJER: Nee, omarm het gewoon dat je het voelt, dat je het wil. Ik vind het interessant om die kant te belichten.

ERNST-JAN PFAUTH: Voor mij zit de zingeving om op het moment dat ik dat voel het te proberen te onderdrukken en een andere, betere vind ik dan, weg te kiezen.

‘Ik dacht, tuurlijk zit die gijzelnemer niet te scrollen op Life of Yvonne. Serieus mensen?’

Yvonne Coldeweijer

YVONNE COLDEWEIJER: En dat is wat een guilty pleasure dus maakt. Roddelen is eigenlijk iets wat je niet wil doen als je een goed mens bent, maar het is een kant van mezelf die we moeten omarmen af en toe en eventjes moeten indulgen en daarna weer los moeten laten.

ERNST-JAN PFAUTH: Zijn er roddels die hebt gedeeld, publiekelijk dan bedoel ik, waar je spijt van hebt?

YVONNE COLDEWEIJER: Eh… Nou niet alles wat ik doe is bijvoorbeeld een roddel, soms geef ik ook mijn mening. Ik heb wel spijt van de Apple Store opmerking, die ik heb, of de…

ALEXANDER KLÖPPING: Wat gebeurde daar? De gijzeling?

YVONNE COLDEWEIJER: De gijzeling ja.

ALEXANDER KLÖPPING: Wat gebeurde er dat je er spijt van hebt?

YVONNE COLDEWEIJER: Nou dat ik publiekelijk werd afgebrand daardoor. Ik heb natuurlijk verteld, of ten minste, ik heb gepost op dat moment dat de werknemers daar veilig waren omdat ze in een ruimte zaten waar niemand bij kon. En het tegengeluid was: Hallo, je brengt die mensen in gevaar, want nu weet de gijzelnemer waar ze zitten.

ALEXANDER KLÖPPING: Wat dacht je toen je dat berichtje kreeg?

YVONNE COLDEWEIJER: Tuurlijk zit hij niet te scrollen op Life of Yvonne. Dat dacht ik. Serieus mensen? Serieus? Denk je dat hij nu tijd heeft om op Insta te scrollen? Dat is wat ik dacht.

ERNST-JAN PFAUTH: En nu?

YVONNE COLDEWEIJER: Ik denk dat eigenlijk nog steeds, maar ik begrijp wel dat ik soms misschien niet helemaal door heb, ja het klinkt misschien een beetje arrogant, maar wat een impact het heeft wat ik doe. Een vriend van hem, die misschien weet van hem wat hij aan het doen is, kan een screenshot maken en het Whatsappen.

ALEXANDER KLÖPPING: ‘Daar zitten er vijftig’.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja. Niet dat ik nu een soort van valse bescheidenheid wil veinzen, maar op dat moment wilde ik eigenlijk iedereen geruststellen van ‘jongens, ze zijn veilig!’. Maar ik begrijp helemaal dat ik daarvoor op de blaren heb moeten zitten ja.

ERNST-JAN PFAUTH: Toen ik dit zag was ik heel verbaasd. Dat was de fase dat ik Instagram weer even op mijn telefoon had staan. We dachten licht het nou aan ons? We hebben het aan een veiligheidsexpert gevraagd, Rico Briedjal, die heeft ook veel te maken gehad met gijzeling situaties enzo.

Die zei het volgende: ‘Yvonne moet zich afvragen aan welke kant ze staat. Ze heeft in dit geval gekozen om aan de kant van de gijzelnemer te staan, is hierdoor bijna medeplichtig. Dit had dodelijk kunnen zijn.’

YVONNE COLDEWEIJER: Heb ik daarvoor gekozen? Ik wist niet dat hij in mijn hoofd kan kijken.

ERNST-JAN PFAUTH: Nou hij zegt dat als je die berichten plaatst, dan kan dat scenario wat jij net schetste dat een vriend het doorstuurt…

YVONNE COLDEWEIJER: Daar heb ik niet voor gekozen. Dat was niet mijn intentie. Het was een fout, het was gewoon dom.

ALEXANDER KLÖPPING: Om het überhaupt te posten tijdens die gijzeling bedoel je?

YVONNE COLDEWEIJER: Ja het was totaal niet totaal de intentie om… Wat zegt hij nou weer? Dat ik daar bewust voor heb gekozen, absoluut niet.

ERNST-JAN PFAUTH: Wat hij waarschijnlijk bedoeld is…

ALEXANDER KLÖPPING: Je overzag niet wat de gevolgen ervan kunnen zijn. Dat zeg je zelf ook.

YVONNE COLDEWEIJER: Als hij dat bedoelt moet hij dat zeggen. Nee, die impact heb ik op dat moment helemaal niet gesnapt.

ERNST-JAN PFAUTH: Het lijkt me wel een belangrijk moment in je carrière dat je erachter komt, wat je net zelf zei van ‘wat voor invloed heb ik’, ik moet een soort gereedschapskist voor mezelf gaan ontwikkelen van wat post ik wel en wat post ik niet. Bijna gewoon als een journalistieke onderneming. Was je opgelucht op die avond zelf toen dit besef indaalde van ‘oh misschien heb ik meer invloed dan ik dacht’, was je opgelucht toen het niet gebeurde? Dat het scenario wat je hier schetste en Rico Briedjal voorziet niet gebeurde?

YVONNE COLDEWEIJER: Nee want op dat moment dat ik het postte, vijf minuten later kreeg ik al het bericht dat ze eruit waren.

ALEXANDER KLÖPPING: Jij wist echt meer dan iedere journalist.

YVONNE COLDEWEIJER: Het ging nog uren door dat mensen me erop aanspraken maar ik wist allang dat ze eruit waren.

ALEXANDER KLÖPPING: Fascinerend hoor, in het command and control centre van de live review van de gijzeling.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja dat stelde me gerust dat ik wist dat ze er al uit waren. Anders had ik met geknepen billetjes gezeten door de reacties. Dat was dus niet zo.

ERNST-JAN PFAUTH: Wat is dan het voornemen wat je nu hebt geformuleerd op basis van deze ervaring?

YVONNE COLDEWEIJER: Ik vond het moeilijk om naar mezelf terug te koppelen van… Want het was iets doms. Het was niet expres. Dus blijkbaar zijn er dus facetten die ik soms over het hoofd zie. Dat vond ik wel even spannend. Hoe moet ik dan zorgen dat ik dan alles even van tevoren even goed ingebeeld heb? Dat vind ik nog steeds wel een beetje iets wat op de loer kan liggen.

ALEXANDER KLÖPPING: Doe je dat alleen, die keuzes of overwegingen?

YVONNE COLDEWEIJER: Ja.

ALEXANDER KLÖPPING: Ja dat is wel chill aan een journalist zijn is dat je gewoon een redactie hebt met wie je dingen kunt overleggen.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja iemand die even zegt: ‘Zou je dat wel doen, want…’ of ‘wat nou als…?’.

ERNST-JAN PFAUTH: Je hebt natuurlijk ook gewoon een juridisch adviseur aan wie je dingen kunt voorleggen.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja maar ik kan moeilijk bij elke story…

ERNST-JAN PFAUTH: Kan je ook een soort ethicus voor dit soort gevallen hebben. Een ethicus op speed dial.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja ik doe ze gewoon op de bank thuis of op kantoor en het gaat zo snel.

ERNST-JAN PFAUTH: Er is natuurlijk een soort omslagmoment, wat je zelf ook zegt van dat je zo invloedrijk wordt met een half miljoen volgers en op de bank zitten, het gaat natuurlijk over echte levens en op een gegeven moment dan voldoet dat niet meer toch?

‘Ik vond het de eerste keer heel raar toen Mediacourant ging uittypen wat ik had gezegd. Toen dacht ik ‘zijn dat mijn quotes?’.’

Yvonne Coldeweijer

YVONNE COLDEWEIJER: Nee, maar dit is natuurlijk niet iets wat dagelijks aan de orde is, mensenlevens op het spel. Met de juice, vertrouw ik heel erg op mijn eigen kompas. Ik heb wel een besef van wat ik doe, en de impact is nu heel erg aan het vergroten. Daar moet ik wel even naar gaan kijken inderdaad. Laatst heb ik een video gemaakt over Danny de Munk, en ik had niet verwacht dat de mainstream media dit zou overnemen want meestal deden ze dat nooit. Als ik een verhaal vertelde zonder bewijs, dan was het gewoon lekker op mijn kanaaltje, en nu…

ALEXANDER KLÖPPING: En nu is het ‘Life of Yvonne zegt…’.

ERNST-JAN PFAUTH: Je bent onderdeel van het establishment aan het worden in no-time.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja hier ben ik me wel dood van geschrokken.

ERNST-JAN PFAUTH: En voel je je comfortabel bij ‘blijkbaar ben ik nu establishment’?

YVONNE COLDEWEIJER: Nee.

ERNST-JAN PFAUTH: Zit je te bedenken ‘hoe kan ik hier uit’? Denk eens hardop na.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja. Nou ik heb dus wel zitten denken van ‘oké, ik kan niet voorkomen dat zij het over mij hebben, maar kan ik tarieven hangen aan het gebruik van een deel van mijn video’s zodat zij meer weerstand krijgen van ‘nou anders skippen we dat wel even’.

ALEXANDER KLÖPPING: Want wat is het nadeel van zo overgenomen worden?

YVONNE COLDEWEIJER: Ja ik wil dat helemaal niet, want mijn toon is heel native aan YouTube en Insta.

ALEXANDER KLÖPPING: Je bedoelt dat het uit de context is getrokken.

YVONNE COLDEWEIJER: Dat niet zozeer, maar wel de toon die ik aansla. Die is vrij specifiek. Ik schreeuw en ik scheld.

ALEXANDER KLÖPPING: Dat komt heel raar over als het als fragment op tv wordt getoond.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja dat vond ik de eerste keer heel raar toen Mediacourant ging uittypen wat ik had gezegd. Toen dacht ik ‘zijn dat mijn quotes? Oeh’. En laatst in de rechtszaal zat ik een beetje beschaamd te kijken toen de advocate van Samantha Steenwijk hardop aan de rechter zinnen ging uitspreken die ik in een video op YouTube had gezegd.

ALEXANDER KLÖPPING: Voor de helderheid, Samantha Steenwijk klaagt jou aan omdat jij hebt gezegd dat zij dieetpillen heeft gebruikt die zij zegt niet gebruikt te hebben. Maar de advocaat ging letterlijk citaten uitspreken en dat is heel raar in de context van de rechtszaal. Daar kan ik me iets bij voorstellen.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja één ervan heb ik nu ook als meme, want die advocate die quote mij en die zegt ‘ik ben hier voor de juice, and if you don’t like it, go fuck yourself’. En ik, tegelijkertijd schaam ik me, en tegelijkertijd wil ik keihard lachen in die rechtszaal. Ik keek stiekem naar de rechter en die keek ook een beetje zo met zijn wenkbrauwtjes omhoog.

ALEXANDER KLÖPPING: ‘Wat een woordgebruik in deze rechtszaal’.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja en ‘fucking dit…’ ze gingen al mijn quotes… Ik vind dat dan om terug te komen op de vraag: Ik maak iets wat native is aan YouTube aan insta en ik wil dat het daar blijft. Ik wil dat mijn kijkers gewoon lekker naar mij kijken niet dat het zodanig meteen nieuws wordt.

ERNST-JAN PFAUTH: Maar dat moment is voorbij. De goede jaren in dat opzicht liggen achter je.

ALEXANDER KLÖPPING: Je maakt nu mee wat BN’ers meemaken, dat je shit uit de context wordt getrokken. Dat anderen erover gaan lachen.

YVONNE COLDEWEIJER: Dit is iets van de laatste tien dagen.

ALEXANDER KLÖPPING: Door die rechtszaak?

YVONNE COLDEWEIJER: Kan. Een opeenstapeling van een aantal scoops en zo natuurlijk. Maar ik wilde eigenlijk wel aan jullie vragen wat jullie vinden wat ik dan nu moet doen om weer terug, onafhankelijk te zijn en niet te worden gedeeld?

‘Ga je een podcast doen? Ik heb van onze spionnen begrepen dat je een podcast gaat doen.’

Alexander Klöpping

ERNST-JAN PFAUTH: Hardop nadenkend: Alles achter slot en grendel. Dus alleen nog maar exclusief.

ALEXANDER KLÖPPING: Dus het grote bereik kwijt, maar… Eigenlijk wat wij hebben gedaan.

ERNST-JAN PFAUTH: Met Podimo.

ALEXANDER KLÖPPING: Pay wall. Keiharde pay wall. Alleen nog maar voor de betalende fans.

ERNST-JAN PFAUTH: Dan lever je in op je bereik, maar het bereik is ook hetgeen wat je nu die invloed verschaft waarvan je de gevolgen betreurd.

YVONNE COLDEWEIJER: Oké, dan zou ik dus verdwijnen als publieke bullet.

ERNST-JAN PFAUTH: Dan kan je je eigen app maken ofzo.

ALEXANDER KLÖPPING: Zou je het een nadeel vinden als je die invloed verliest?

YVONNE COLDEWEIJER: Ja want ik denk aan mijn andere bedrijf. De kledingverkoop. Ik gebruik nu mijn bereik om dat bedrijf te runnen. Dus dat valt dan weg.

ERNST-JAN PFAUTH: Ja dat is een trade-off.

YVONNE COLDEWEIJER: Dus dat is een optie. Is er nog een andere optie?

Alexander lacht

YVONNE COLDEWEIJER: Ik zit hier met Dr. Pil en Dr. Phil.

ALEXANDER KLÖPPING: Ja het zijn wel twee dingen die elkaar bijten maar je kan natuurlijk ook denken, als ik meer achter de paywall kan inderdaad mijn e-commerce bedrijf niet meer doen maar je kan wel dan meer denken over wat je te gelde kan maken waar mensen echt voor betalen aan content aan jou. Dat kan natuurlijk. Je kan een podcast doen. Ga je een podcast doen? Ik heb van onze spionnen begrepen dat jij een podcast gaat doen.

YVONNE COLDEWEIJER: Kijk! Goed ingelicht.

ALEXANDER KLÖPPING: Dat klopt?

YVONNE COLDEWEIJER: Ja ik ben een aantal weken geleden eerder in dit gebouw geweest.

ALEXANDER KLÖPPING: Oh in dit gebouw specifiek. Kijk aan.

YVONNE COLDEWEIJER: Dus ik ben nu in een onderhandelingsfase.

ALEXANDER KLÖPPING: En wil je daar nog meer over zeggen?

YVONNE COLDEWEIJER: Het is samen met iemand anders. Bijna alles wat ik doe, doe ik nu solo. En in een gesprek zie je toch een andere Yvonne dan alleen.

ALEXANDER KLÖPPING: En waar zal het over gaan? Wel juice maar meer het uitwerken ervan als in, niet de scoops, maar de analyses.

ERNST-JAN PFAUTH: Over de kledingstijl van André Hazes en wat dat zegt over de emotionele gezondheid.

YVONNE COLDEWEIJER: Bijvoorbeeld.

ALEXANDER KLÖPPING: En wie is de andere persoon?

YVONNE COLDEWEIJER: Dat houd ik nog even voor me.

ALEXANDER KLÖPPING: En wordt het gratis deze podcast? Of komt het bij Podimo?

YVONNE COLDEWEIJER: Eh… dat zou kunnen. Als we eruit komen.

ALEXANDER KLÖPPING: Toch paywall hè. In het verlengde van de strategie. Maar iedere krant heeft dit, een advertentiemodel en daarnaast het betaalmodel. Uiteindelijk, dit was een gedachte die door mijn hoofd spoot, is de bundeling van de roddel kanalen. Podimo gaat over bundeling, en je zou ook kunnen zeggen de bundeling van alle juice.

YVONNE COLDEWEIJER: Never.

ALEXANDER KLÖPPING: Waarom niet?

YVONNE COLDEWEIJER: Ik ben de grootste in mijn ding.

ALEXANDER KLÖPPING: Dan moet je ook een groter deel krijgen.

YVONNE COLDEWEIJER: Wij bundelen niet maar ik werk wel veel samen met Roddelpraat en Juice Channel als collega’s.

ALEXANDER KLÖPPING: Geen bundel?

ERNST-JAN PFAUTH: Je kan ook nog achter je webshop een klein bereik heeft, exclusiever gaan. Dus dat je ook met je webshop een strategie kiest dat je meer marge pakt op de dure dingen die echte fans van je kopen. Of wil je er meer voor de massa zijn? Is dat iets wat dan wringt.

YVONNE COLDEWEIJER: De kleding die ik nu verkoop richt zich op massa en daar kan ik niet in marge mee omhoog omdat de prijs-kwaliteit verhouding dan niet helemaal lekker ligt.

ERNST-JAN PFAUTH: Misschien andere categorieën dan kleding.

ALEXANDER KLÖPPING: Maar ben je in de kern voor de massa of… Als ik je goed begrijp wil je wel massa maar wil je ook weer niet te veel massa want daar krijg je weer last van.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja 250.000 volgers vond ik wel voldoende. Dat was de sweet spot.

ERNST-JAN PFAUTH: En nu heb je er twee keer meer.

ALEXANDER KLÖPPING: Maar ja goed, dan is het gewoon een BN’er, die moet zich ook inhouden om niet ja te zeggen tegen ieder programma waar hij voor gevraagd wordt.

YVONNE COLDEWEIJER: Dat is ook een strategie om gewoon door te gaan en mijn toon een beetje aan te passen.

ALEXANDER KLÖPPING: Toon, even een tijdje…

YVONNE COLDEWEIJER: Hoor en wederhoor…

ERNST-JAN PFAUTH: Ik heb nog één prangende vraag over wat je zei over Danny de Munk: je had het zonder bewijs online gezet. Dat is natuurlijk het hete hangijzer waar het over gaat. Dat de gevestigde orde der roddeljournalistiek jou verwijt dat je dingen zonder bewijs plaatst toch? Vat ik het zo goed samen?

YVONNE COLDEWEIJER: Ja als in getuigenverklaring is natuurlijk ook bewijs. Maar de mensen vinden dat moeilijk om van alleen maar dat uit te gaan. En ik sympathiseer met het meisje dat het verhaal heeft verteld en die heb ik ook uitvoerig gesproken. En ik acht het verhaal aannemelijk om het te brengen. Vervolgens wil iemand dan tastbaar bewijs, want ja, zij kan ook liegen.

ALEXANDER KLÖPPING: Ja dat is de reden dat journalisten twee bronnen willen omdat het dan een stuk aannemelijker is. Dat je niet met een fantast te maken hebt. Dat is natuurlijk de kwetsbare van je positie is: dit kan ook zomaar een fantast zijn die je tegenover je hebt die geloofwaardig klinkt.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja maar daarnaast heb ik wel honderd DM’s [direct messages] screenshots gemaakt van karakterschets van de persoon in kwestie.

ALEXANDER KLÖPPING: En als het je publiek niet boeit, dan denk ik ook ‘tsja’.

ERNST-JAN PFAUTH: Wat is nou het verschil in werkwijze tussen jou en de klassieke roddeljournalist?

ALEXANDER KLÖPPING: Wat is een klassieke roddeljournalist?

ERNST-JAN PFAUTH: Weekend, Party…

YVONNE COLDEWEIJER: Het verschil? Ja los van dat ik sneller ben? Bedoel je ethisch gezien?

ERNST-JAN PFAUTH: Waarom zijn zij zo boos op jou? Wat heb jij vernieuwd of veranderd aan het vak wat hen zo boos maakt?

YVONNE COLDEWEIJER: Zij zijn niet zo heel boos hoor. Het zijn de echte journalisten die boos zijn.

ERNST-JAN PFAUTH: Dus de Evert Santegoeds.

YVONNE COLDEWEIJER: Die niet, die zijn jaloers.

ERNST-JAN PFAUTH: Die vinden niet dat je het vak verbeterd hebt

YVONNE COLDEWEIJER: Nou ja verbeterd, ze vinden dat ik…

ALEXANDER KLÖPPING: Jij hebt de digitale strategie eigenlijk verzonnen van het vak.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja ik zit op de plank.

ALEXANDER KLÖPPING: Ja zij hebben tien jaar gewacht op de Party op papier uitgeven.

YVONNE COLDEWEIJER: Zij bewaren scoops voor volgende week.

ERNST-JAN PFAUTH: Dat is de disrupter in deze.

YVONNE COLDEWEIJER: Dat is niet door wie ik word aangesproken.

ERNST-JAN PFAUTH: Door wie word je wel aangesproken?

YVONNE COLDEWEIJER: Nou in de talkshows, wat ik heb vernomen, daar zit de journalist, ik weet niet bij Jinek enzo, daar zitten toch allemaal van die mensen? Die dan zeggen van ‘ze hoor en wederhoor doen’. Dat zijn gewoon RTL Nieuws journalisten.

ERNST-JAN PFAUTH: En dat vind je geen valide kritiek?

YVONNE COLDEWEIJER: Dat vind ik wel valide maar het geldt voor mij minder. Ik ben een Juice Kanaal. Zij vinden het moeilijk om te begrijpen dat ik niet een old school journalist ben.

ERNST-JAN PFAUTH: Maar dit sluit natuurlijk weer aan bij waar we het net over hadden: Er komt een moment waarop je dat niet meer kunt zeggen, omdat er te veel op het spel staat omdat je te invloedrijk bent geworden. En toch bijvoorbeeld een ethicus op speed dial zou moeten hebben.

ALEXANDER KLÖPPING: Maar het is toch Yvonne’s achterban accepteert? Kijk een NRC-achterban zou niet accepteren dat je één bron aanvoert in een artikel wat later niet waar blijkt te zijn. En jouw achterban denkt: ‘fuck it, meestal klopt het wel en klopt het een keer niet, whatever’.

ERNST-JAN PFAUTH: Ik heb het er niet over wat de achterban vindt, ik heb het over de verantwoordelijkheid die je voelt…

ALEXANDER KLÖPPING: Verantwoordelijkheid over wat?

ERNST-JAN PFAUTH: Over de invloed wat hetgeen wat je publiceert op mensen heeft, met de Apple Store als een soort hyperbool voorbeeld.

ALEXANDER KLÖPPING: Als ik voor Yvonne mag antwoorden dan is het gewoon BN’ers zijn een aparte categorie, die zijn vogelvrij.

YVONNE COLDEWEIJER: Die hebben zichzelf ook op de kaart gezet. Het is een keuze om bekend te zijn en daar zitten soms ook nadelen aan. En als je niet helemaal eerlijk bent, dan kan dat soms uitkomen.

ERNST-JAN PFAUTH: Dat gedeelte begrijp ik. Maar waar we het over hadden: verifiëren van informatie. Het kan natuurlijk ook zijn dat je ernaast zit omdat je niet die journalistieke… Bianca en ik hebben wel eens een journalist gesproken van een dagblad die over me-too zaken schrijft omdat we zelf iets op het spoor waren gekomen, en van haar advies wilden van hoe ga je hier mee om? We hebben hier een uur gezeten met alle zekerheden en alle afwegingen die ze daarbij gebruikt. De schellen vielen van mijn ogen hoe voorzichtig dat aangepakt wordt.

ALEXANDER KLÖPPING: Om maar niet iemand vals te beschuldigen.

YVONNE COLDEWEIJER: Want de impact als je iemand vals beschuldigd is natuurlijk immens.

ERNST-JAN PFAUTH: Ja iemand levens kan vernietigd worden met alle gevolgen van dien. Dus je moet echt honderd procent zeker zijn.

YVONNE COLDEWEIJER: Dus als jij post van ‘hé, wat gaaf dat Danny de Munk heeft gezegd in een blad dat hij juice channels niet vreest want hij heeft niks te vrezen’ en jij prijst dat en vervolgens krijg je 120 DM’s met van alles waar je van schrikt, en één daarvan is een heel heftig verhaal…

ERNST-JAN PFAUTH: Dan ben ik heel benieuwd naar jouw verificatiemethode. Je voelt die verantwoordelijkheid in alles, dat merk ik aan alles in dit gesprek

YVONNE COLDEWEIJER: Mijn instinct.

ERNST-JAN PFAUTH: Ja maar instinct. Ik weet niet of dat nog afdoende is als je zo een grote speler bent geworden. Er is verder niemand die over dit soort belangrijke zaken schrijft.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja maar ik breng het in een juice kanaal. Mensen weten dat ik het van mijn spionnen heb gehoord.

ERNST-JAN PFAUTH: Ja maar dat is die context waar je het net over had van the medium is the message. Als ik het voorgelezen hoor worden in een rechtbank klinkt het belachelijk, maar de context houdt geen stand meer omdat je te groot bent geworden. Het wordt daaruit gehaald, het wordt doorgeplaatst, in dit geval van Danny de Munk in de mainstream media. Het houdt geen stand meer in die zin.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja dit is denk ik de vraag van ‘is een juice kanaal ethisch ja of nee?’ Want dat is wat wij doen.

ERNST-JAN PFAUTH: Het is natuurlijk een heel nieuw medium een juice kanaal, maar het klinkt alsof dat bestond bij de gratie van opereren in de schaduw, een beetje op sociale media, niet op mainstream media. Maar het klinkt alsof het dat al heel snel ontgroeid is en nu als establishment gezien wordt, met alle potentiële gevolgen van dien.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja dat is niet een beweging die ik wil. Ik wil echt terug. Ik zeg je eerlijk, als ik had geweten dat de mainstream media zo op dat Danny de Munk verhaal zou happen, dat is misschien naïef van mij, maar ik had dat niet verwacht. Dan had ik wellicht even een week langer, of het gelaten.

ERNST-JAN PFAUTH: Ja maar goed, dat is het antwoord op mijn vraag in die zin. Want vanaf nu gaat het dan altijd zo zijn,

YVONNE COLDEWEIJER: Dus ja wat moet ik dan nu doen? Want ik ben op cross roads nu.

ALEXANDER KLÖPPING: Ik snap heel goed dat het een soort van moment is, een soort mijlpaal, want vanaf nu is het allemaal een beetje anders. Maar ook het hek van de dam is met die rechtszaak, want stel er wint er eentje… dan wordt het vrij schieten.

YVONNE COLDEWEIJER: Met jurisprudentie.

ALEXANDER KLÖPPING: Misschien dat de rechter dan wel zegt: dit kan je niet zeggen op basis van deze bron. En dus schadevergoeding. Hoe wapen je jezelf daartegen? Want je bent een éénpitter met wat mensen om je heen, niet een bedrijf achter je zoals een mediahuis die eventuele rechtszaken kan vergoeden voor iemand die in dienst is als iets mis blijkt te gaan.

YVONNE COLDEWEIJER: Dan wordt het crowdfunding. Maar ik zou dan wel gaan nadenken van ‘kan ik nog wel iets gaan juicen? Moet ik niet stoppen?’.

ALEXANDER KLÖPPING: Je houdt daar wel rekening mee, dat in zo’n geval van schadevergoeding, misschien vragen ze wel veel geld…

YVONNE COLDEWEIJER: Niet in eerste instantie hoor. Een rechtszaak hier en daar heb je wel ingecalculeerd als je weet dat je juicet. Maar als het straks een beetje uit de spuigaten loopt dan moet ik de strategie gaan wijzigen ja.

ERNST-JAN PFAUTH: Op twee vlakken dus: op het juridische vlak en het ethische vlak, omdat dingen die je oké vond voor juicekanalen niet oké is voor mainstream media.

ALEXANDER KLÖPPING: Je hebt dat natuurlijk al ingebouwd met die betaalde Telegram groep. Hoeveel mensen zitten daarin?

YVONNE COLDEWEIJER: Op dit moment 3500.

ALEXANDER KLÖPPING: 3500 mensen die tien euro per maand betalen, mijn god Yvonne. En dan maak je dus een soort afweging over welke dingen je voor die kleinere groep doet, versus dingen die voor bredere kanalen zijn. Is het dan ook zo dat dingen die voor die kleinere groep zijn, dat het dan niet alleen maar is: daar verdien ik geld aan, maar dat je ook denkt ‘hou dat maar klein, dat nieuws’? Want dit is te gevaarlijk.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja. Ik zie dat nieuws ook wel uitlekken. Dus dat wilde ik eerst doen, maar nu is het meer een verbreding van iets meer meenemen in mijn gedachtegang, net voor de rechtszaak nog wat inspreken.

ERNST-JAN PFAUTH: Je stuurt echt voice notes, het is heel informeel.

Ik zou ook wel in gesprek kunnen gaan met en Boulevard of Shownieuws, van ‘jongens, vinden jullie het eigenlijk ethisch om een verhaal over te nemen wat ik loop te brullen?’.

Yvonne Coldeweijer

YVONNE COLDEWEIJER: Heel persoonlijk, echt een kijkje achter de schermen. En wel als ik één story post over iets wat cryptisch is, leg ik het iets meer uit in de groep. Het is echt een incrowd gevoel. En dat wil ik wel lekker zo laten ja. Het hoeft niet per sé meer te worden nee.

ALEXANDER KLÖPPING: Het is dus allemaal helemaal aan het mis gaan als ik het goed begrijp.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja het is aan het escaleren. Ik meen het serieus.

ERNST-JAN PFAUTH: Het is een heel klassiek verhaal eigenlijk. Ja je kan hier heel veel varianten van bedenken dat degene die de bestaande macht uitdaagt uiteindelijk zelf de macht wordt.

YVONNE COLDEWEIJER: Ja en dan hé?

ALEXANDER KLÖPPING: En alle nadelen van dien.

YVONNE COLDEWEIJER: Het is een soort van… Geert Wilders doet dat altijd wel knap. Die is altijd net bijna de grootste maar die zal nooit in de regering komen zeg maar.

ALEXANDER KLÖPPING: De eeuwige oppositie.

ERNST-JAN PFAUTH: Alleen Geert Wilders kan ook niet meer stoppen. Jij nog wel.

YVONNE COLDEWEIJER: Zou je dat willen dat ik ermee stop?

ERNST-JAN PFAUTH: Het gaat er niet om wat ik wil, maar ik merk aan jou dat je hier wel mee worstelt.

YVONNE COLDEWEIJER: Ik worstel met hoe nu verder. Ik wil heel graag verder met hoe het ging. En ik vind het niet zo chill. Ik zou ook wel in gesprek kunnen gaan met en Boulevard of Shownieuws, van ‘jongens, vinden jullie het eigenlijk ethisch om een verhaal over te nemen wat ik loop te brullen?’. Het klinkt gek dat ik dit zeg maar moeten zij dat eigenlijk wel doen? Albert Verlinde heeft het gisteren of eergisteren zelf ook gezegd van ‘waarom neemt het AD over wat Yvonne roept in video’s?’. En dan denk ik: ‘inderdaad!’.

ALEXANDER KLÖPPING: Maar dat is niet vanuit een moreel oogpunt, maar dat is gewoon ‘laat me met rust’.

YVONNE COLDEWEIJER: En laat de juice ook de juice. Juice is niets om met z’n allen als waarheid te zien, ook al kan het natuurlijk waar zijn. Het is een soort voor stroming die ik lekker daar wil laten gewoon.

ERNST-JAN PFAUTH: Uiteindelijk komt elke media discussie terecht bij Marshall McLuhan met ‘the medium is the message’. Jij zegt het past bij dit medium en laat het alsjeblieft met rust.

YVONNE COLDEWEIJER: Daar hebben we allemaal een verantwoordelijkheid in. Niet alleen ik, maar de rest ook. Laat mij nou gewoon die gekke meid zijn die dingen roept. En misschien vraag ik wel om mij een beetje met een korreltje zout te nemen in die zin.

ERNST-JAN PFAUTH: Maar zij zien jou als bedreiging. En zij willen meeliften op wat jij doet.

YVONNE COLDEWEIJER: En mij misschien wel afbreken.

ERNST-JAN PFAUTH: Nou zullen we op deze noot eindigen?

ALEXANDER KLÖPPING: Dankjewel.

YVONNE COLDEWEIJER: Dankjewel.